Energie opwekken en verbruiken gaat anno 2021 een stuk duurzamer dan voorheen. Het aandeel zonne- en windenergie groeit snel, en op steeds meer plekken wordt aardgas door elektriciteit vervangen. De stijging in duurzame opwek vraagt echter om een flinke aanpassing in de benodigde infrastructuur. Omdat het energienet in dit tempo snel vol raakt, breiden we het elektriciteitsnet niet alleen in rap tempo uit, maar kijken we met onze partners ook naar innovatieve oplossingen. Hoe kunnen we het bestaande en toekomstige net efficiënter inzetten? In deze blog duiken we dieper in de ontwikkeling van energiehubs.
Een energiehub is een plek waar er op een zo efficiënt mogelijke manier met energie wordt omgegaan. Dat gebeurt door energieopwekkers, -verbruikers, en -opslag zoveel mogelijk samen te laten komen. Immers: wanneer vraag en aanbod gecombineerd worden in één gebied, wordt het elektriciteitsnet zo min mogelijk belast. Iemand die alles weet van het realiseren van energiehubs is Roelof Kooistra, programmamanager bij de Regionale Energie & Klimaat Strategie (REKS) Hart van Brabant. Deze energieregie heeft in de RE(K)S 1.0 - die op 1 juli is opgeleverd - de ambitie afgegeven in 2030 één terawattuur (TWh) aan duurzame energie op te wekken. Hiervoor moeten er nog flink wat nieuwe windmolens en zonnepanelen worden geplaatst.
Hart van Brabant heeft acht energiehubs ingericht als oplossing voor de benodigde duurzame opwek. Hoe ziet zo’n hub eruit? “Een ideale energiehub heeft een combinatie van een aantal windmolens, met daarbij een aantal hectare zonneveld – gekoppeld via één aansluiting. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met het landschap en het waterbeheer in dit gebied”, zegt Roelof. “In het beste geval is daarbij ook alvast nagedacht over toekomstige oplossingen, zoals het verduurzamen van mobiliteit, en het opslaan van energie, bijvoorbeeld in een batterij of waterstof.” Een voorbeeld van zo’n hub is de integrale gebiedsontwikkeling in knooppunt De Baars, van de snelwegen ten oosten van Tilburg. Naast windmolens en zonnevelden worden mogelijkheden voor slimme aansluitingen en opslag van energie verkend. Ook wordt gekeken naar mogelijkheden voor waterberging en de bouw van een bedrijventerrein.
Roelof vertelt wat de volgende stappen zijn nu de plannen voor de hubs zijn ingediend. “We brengen momenteel partijen bij elkaar, zodat we de uitvoering zelf kunnen faciliteren. Dat houdt in dat we zelf gronden kopen, de vergunning regelen en subsidie aanvragen. Gekoppeld daaraan zouden we graag een omgevingsfonds opzetten om ook klimaatadaptatie mogelijk te maken. Daarna gaan we nadenken over de volgende inhoudelijke stappen, waarbij we aandacht hebben over de samenhang met mobiliteit, industrie en landbouw.”
Het belang van de integrale aanpak van energiehubs, valt volgens Roelof samen met het groeiende tekort aan transportcapaciteit. “De transportschaarste in onze regio neemt toe. Dat botst soms met de ontwikkeling van nieuwe duurzame initiatieven. Om zeker te zijn dat alle plannen uit de REKS uitvoerbaar zijn qua aansluiting op het elektriciteitsnet, zit Enexis Netbeheer altijd aan tafel wanneer het gaat om beleidsvorming en de haalbaarheid van de plannen.” Elke Klaassen is Senior Consultant Energietransitie bij Enexis Netbeheer. Zij schuift geregeld aan wanneer het gaat over projecten in de regio Hart van Brabant. Elke legt uit waarom deze gebiedsgerichte, integrale aanpak, zo belangrijk is. “Kijk alleen al naar de industrie: hierin wordt nog veel gas verbruikt, dat op den duur wordt vervangen door elektriciteit. Logischerwijs leidt dat weer tot meer belasting op het netwerk. We willen voorkomen dat er binnen de regio op de ene plek, bijvoorbeeld in het noorden, ineens veel toename is in energievraag, terwijl er in het zuiden ineens veel energieopwek komt te staan. Dat zou betekenen dat we op beide plekken moeten investeren, terwijl dat ook samengepakt kan worden. Door deze plannen en ambities per regio te combineren en de interessante gebieden die zo overblijven eruit te pikken, werken we efficiënt en toekomstgericht”, zegt Elke.
Roelof kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om de energieproblematiek op regionaal niveau aan te pakken. “Door niet als gemeente, maar juist regiobreed hiernaar te kijken, voorkom je zulk dubbel werk. En ja, dat kan betekenen dat er gemeentes zijn die helemaal geen duurzame opwek hebben, en andere gemeentes des te meer. Maar als dat zo uitkomt, dan is dat uiteindelijk in het belang van iedereen.”
Voor inzicht in de impact van de plannen op de infrastructuur en het meedenken over het toekomstig energiesysteem, is een partner als Enexis Netbeheer dus essentieel. Elke: “We combineren de plannen voor duurzame opwek met bijvoorbeeld de prognoses voor mobiliteit en warmte, en rekenen dit door. Daar ligt voor ons een belangrijke taak, omdat wij rekening houden met alle verschillende programma’s die voortvloeien uit het klimaatakkoord. Denk aan de warmtetransitie of verduurzaming van de industrie en mobiliteit. Uiteindelijk geven we de regio’s vooral inzicht en advies. Bijvoorbeeld door hen te wijzen op de gevolgen van het combineren van nieuwe energieopwekkers en -verbruikers voor het net. Of wat de verschillen zijn qua impact op het elektriciteitsnet bij de keuze voor zonnepanelen of windmolens. Een wijziging hierin kan flink wat uitmaken qua kosten en realisatiesnelheid. RES-regio’s kunnen op basis van die informatie hun plannen verder aanscherpen en concretiseren.” Dit leidt ook tot efficiënter gebruik van het net.