In de interviewserie 'Acht lessen uit de RES'en', gaan we met experts uit de energieregio's in ons verzorgingsgebied in gesprek over de uitdagingen binnen de Regionale Energiestrategie (RES). Hieronder de lessen uit de RES-regio Drenthe met Riek Siertsema en Greetje Bronsema.
Geld dat je nu uitgeeft, leen je van de toekomst. De vertegenwoordiger van ‘Jong RES*’ schudt met deze uitspraak in een presentatie de stakeholders in de energieregio Drenthe wakker. De plannen in de Regionale Energiestrategie (RES) zijn gericht op de toekomst. Ze vragen om slimme investeringen. Maar wat slim is, ligt voor iedere betrokken partij in de RES net iets anders.
Net als van Jong RES is de input van stakeholders van belang om slimme keuzes te maken. De gemeenten, provincie en waterschappen zijn besluitvormend in de RES, maar zij kunnen niet zonder de betrokkenheid van alle partijen. Een zonnepark realiseren vraagt bijvoorbeeld om inpassing in het landschap, ruimte op het energienet, lokale participatie, een goede planning, en ga zo maar door. De constante afstemming tussen stakeholders over de (on)mogelijkheden is dan ook cruciaal om grootschalige duurzame plannen te realiseren. En dit is niet altijd gemakkelijk, zo heeft de regio Drenthe ervaren. Gaandeweg hebben zij wel een goede manier gevonden hiermee om te gaan.
* Jong RES is een groep jonge vrijwilligers die zich inzet om de stem van de toekomst mee te laten klinken in de Regionale Energiestrategieën (RES). In Drenthe sloot de partij aan in de RES-stuurgroep.
In de RES-regio Drenthe ligt de ambitie om in 2030 tenminste 3,45 terrawattuur (TWh) duurzame energie aan zon en wind op te wekken. Dat is ongeveer tien procent van de landelijke opgave (35 TWh) en bijna 25 procent van het huidige energieverbruik in de regio. Voor een groot deel (tachtig procent) bestaat die opwek uit projecten die al gerealiseerd zijn, vergund zijn of in de vergunningsfase zitten. “De grootste uitdaging zit in de overige twintig procent”, licht Riek Siertsema, voorzitter van de Drentse Energietafel toe. “Hiervoor is nog geen locatie aangewezen, of is er in sommige gevallen ook nog niet bekend welke techniek (zon of wind) wordt ingezet.” Die onzekerheid maakt het lastig om inzicht te krijgen in de haalbaarheid en betaalbaarheid van de ambities.
Om die onzekerheid weg te nemen, is constante afstemming hard nodig. “Dit zagen we ook bij het concept bod”, zegt Greetje Bronsema, strategisch adviseur energietransitie voor de regio’s Groningen en Drenthe bij Enexis Netbeheer. “Bij een eerste doorrekening van de plannen door Enexis Netbeheer, zagen we een verschil in aantallen van initiatieven die bij ons een aansluiting in aanvraag hebben en de initiatieven die de gemeenten in de RES-ambitie hebben opgenomen. Dit had te maken met het tijdsaspect in de aanvraagprocedure bij de gemeente en de netbeheerder. We hadden kortere lijntjes nodig met de betrokken gemeenten om duidelijkheid te krijgen. Welke plannen zijn haalbaar op de huidige netsituatie en waarvoor zijn uitbreidingen regionaal of landelijk nodig? Inmiddels is dit probleem verholpen. Onze huidige samenwerking heeft dit in de hand gewerkt.”
De samenwerking in Drenthe is dan ook bijzonder te noemen. “We hebben in Drenthe gezegd dat we allemaal gelijkwaardig aan tafel willen zitten”, zegt Siertsema, die als onafhankelijke expert optreedt als voorzitter van de Drentse Energietafel; het bestuurlijke orgaan in de RES Drenthe. “Anders dan in de meeste regio’s, zijn alle betrokken partijen uit de regio vertegenwoordigd in de besluitvormende stuurgroep. We kunnen hierdoor snel met elkaar schakelen. Er ontstaat wederzijds begrip en vertrouwen, doordat iedereen op hetzelfde niveau geïnformeerd wordt.”
Natuurlijk kostte het tijd om met zo’n grote groep een goede samenwerking te vinden, maar inmiddels werpt het zijn vruchten af. “Er zitten partijen aan tafel die de belangen van veel verschillende mensen behartigen. Denk aan milieuorganisaties, woningcoöperaties, energiecoöperaties, jongeren en ga zo maar door”, zegt Siertsema. Bronsema vult aan: “En door die korte lijntjes, werden we bijvoorbeeld uitgenodigd door de Natuur & Milieufederatie om een presentatie te verzorgen. We legden uit wat uitbreidingen op het net eigenlijk betekenen. Stel je voor: een trafostation in een woonwijk kan nu ongeveer vierhonderd woningen voorzien van elektriciteit. Komen daar voor iedere woning elektrische auto’s en warmtepompen bij, dan wordt dat station twee of drie keer zo groot. Dat vraagt planologisch gezien nogal wat en dan kunnen er slimmere oplossingen zijn, zoals een warmtenet. Met ruimtelijke inpassing wordt in de RES nog weinig rekening gehouden. Door eerder inzicht te kunnen geven in wat de gevolgen zijn van bepaalde oplossingen, kunnen we samen slimmere keuzes maken, waar direct een groter draagvlak voor is.”
In Drenthe levert de samenstelling van de stuurgroep begrip en wederzijds vertrouwen op. Dit helpt enorm om samen de weg richting de RES 1.0 te doorlopen. Maar hiermee zijn ze er nog niet. “Het is de vraag of er straks een RES-bod ligt dat we dan ook met z’n allen tekenen, of dat de partijen alleen tekenen voor het deel waar zij verantwoordelijk voor gesteld willen worden. Daar moeten we nog een weg in zien te vinden en ook het maatschappelijk draagvlak speelt hierin een grote rol”, zegt Siertsema. “Het belangrijkste is dat we met elkaar blijven meedenken. Ook voor ons betekent het dat onze rol als netbeheerder een andere dimensie krijgt. Maar dit is nodig om gezamenlijk de plannen van 2030 en daarna te realiseren”, zegt Bronsema.
Benieuwd naar de andere interviews over de RES? Bekijk hier het overzicht.