In de interviewserie 'Acht lessen uit de RES'en', gaan we met experts uit de energieregio's in ons verzorgingsgebied in gesprek over de uitdagingen binnen de Regionale Energiestrategie (RES). Hieronder: lessen uit de RES-regio Groningen met Hielke Westra en Greetje Bronsema.
De ambities van de dertig energieregio’s voor grootschalige opwek van duurzame energie op land zijn afgegeven. Waar die zonne- en windmolenparken daadwerkelijk geplaatst kunnen worden, is nog een punt van discussie. De ruimtelijke inpassing en dan met name het maatschappelijke draagvlak dat hierbij komt kijken, is een grote uitdaging waar iedere RES-regio richting de RES 1.0 mee te maken heeft. Hoe kunnen gemeenten en stakeholders hiermee omgaan? Welke rol kan de netbeheerder hierin spelen en hoe betrek je inwoners bij de plannen?
“De kunst is om bewoners in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken en te zorgen voor lokaal eigendom”, zegt Hielke Westra, wethouder van de gemeente Westerkwartier en voorzitter van de RES-stuurgroep in Groningen. Er bestaat alleen niet één oplossing om dat ook werkelijk te realiseren; iedere regio heeft immers te maken met andere uitdagingen en situaties. “Diverse oplossingen zetten wel een stap in de goede richting, en dat helpt.”
Net zoals in de andere RES-regio’s, is ook in Groningen het maatschappelijke draagvlak onderwerp van gesprek. De aardgaswinning staat scherp op het netvlies en tegelijkertijd zijn de RES-ambities hoog: 5,7 TWh duurzame opwek in 2030. “Het urgentiebesef is zeker aanwezig in Groningen. Dat zie ik in Westerkwartier, maar ook zeker als RES-voorzitter in geheel Groningen. We willen van het aardgas af en we leveren daar met onze plannen een belangrijke bijdrage aan. Tegelijkertijd bestaat de angst dat het grote impact op het landschap heeft.” Van de twaalf deelnemende gemeenten, zijn er drie die besloten hebben om tegen de concept-RES te stemmen. Een aantal gemeenten heeft het concept in eerste instantie alleen ter kennisneming aangenomen. “En hier moeten we natuurlijk wat mee, zeker omdat deze gemeenten hebben aangegeven het gevoel te hebben voor een derde keer een wingewest te worden”, benadrukt Westra. Een eerstvolgende stap is om de verschillende landschapstypes in kaart te brengen en van daaruit de zoekgebieden voor duurzame opwek binnen de RES inzichtelijk te maken.
Lokale participatie is daarin extra belangrijk. Zodra een duurzaam initiatief daadwerkelijk meerwaarde heeft voor de gemeente en de inwoners, zijn de reacties positief. “Je kunt zonnepanelen mooi vinden of niet, maar ze zien er opeens wel een stuk mooier uit als ze ook wat opleveren”, zegt Greetje Bronsema, strategisch adviseur energietransitie bij Enexis Netbeheer in de regio’s Drenthe en Groningen. “Als je zelf deelgenoot bent van een zonne-initiatief is er veel meer bereidheid om met plannen aan de slag te gaan, en dat geldt ook voor de gemeenten.” Zo zijn er in de RES-regio Groningen al diverse parken deels in particulier eigendom en neemt participatie in ‘zon op bedrijfsdak’ een toevlucht door lokale energiecoöperaties.
Om dit verder te stimuleren, is een van de eisen in het Klimaatakkoord dat duurzame projecten die worden meegenomen in de RES, voor vijftig procent in handen zijn van de inwoners of lokale bedrijven in plaats van grote projectontwikkelaars. “In onze concept-RES pleiten we dan ook voor juridische instrumenten om hier nog sterker op te kunnen sturen”, legt Westra uit.
Naast die juridische handvatten, moet er natuurlijk ook sprake zijn van welwillendheid. “En dat is precies de reden om bewoners in een zo vroeg mogelijk stadium aan te haken.” Dat ervaart Westra ook in de gemeente Westerkwartier. Voor veel inwoners is de RES nog een ‘te-ver-van-hun-bed-show’ en is niet duidelijk wat de plannen betekenen voor de gemeente of de woonwijk. “In onze gemeente hebben we daarom verschillende bewonersavonden georganiseerd, waarbij we de bewoners mee laten kijken naar de opties die er zijn in onze omgeving voor hernieuwbare elektriciteit.”
Op een van de bewonersavonden werd ook Enexis Netbeheer uitgenodigd om uitleg te geven over het energienet en de toekomstige energiebehoefte van een woonwijk. “We leggen dan uit hoeveel kabels er al in de straat liggen, wat de impact op het net is bij een toenemende energievraag in de wijk en wat de impact van duurzame initiatieven is”, zegt Bronsema. “Als je bij de start inwoners meeneemt op verkenningstocht, ontstaat er meer begrip. En dat geldt ook voor de momenten waarop blijkt dat een initiatief pas later aangesloten kan worden, omdat wij het netwerk samen met de landelijke netbeheerder eerst moeten uitbreiden. Met elkaar in gesprek blijven, onderzoeken wat de mogelijkheden zijn en hoe we elkaar hierin kunnen helpen, is dan rand voorwaardelijk. ”
In Westerkwartier heeft de aanpak geleid tot een unaniem besluit rondom duurzame opwek in de omgeving, dat vervolgens als input dient voor de RES. “Maar ik onderstreep ook dat er niet één oplossing is om draagvlak te realiseren. Wat we wel kunnen doen, is bewoners uitgebreider informeren, ze betrekken en ze vooral veel voorbeelden laten zien”, zegt Westra. Vooral nu de conceptplannen van de RES steeds concreter worden en er meer duidelijkheid komt over mogelijke locaties voor zonne- en windparken is het gesprek met bewoners van grote betekenis.
Benieuwd naar de andere interviews over de RES? Bekijk hier het overzicht.