In de interviewserie 'Acht lessen uit de RES'en', gaan we met experts uit de energieregio's in ons verzorgingsgebied in gesprek over de uitdagingen binnen de Regionale Energiestrategie (RES). Hieronder: lessen uit de RES-regio West-Brabant met Greetje Bos en Christina Hoes.
Grootschalige opwek van duurzame energie heeft een flinke impact op het Nederlandse energienet. Het aantal duurzame initiatieven dat op het net wordt aangesloten stijgt in rap tempo. En met de plannen in de Regionale Energiestrategie, neemt dit aantal alleen maar toe. In veel energieregio’s wordt duidelijk zichtbaar dat de huidige netcapaciteit hier niet op berekend is.
De RES-plannen vragen dan ook om een forse uitbreiding aan het net. En dit kost geld en tijd. Ook in de energieregio West-Brabant voelt men de druk van een oplopende schaarste van netcapaciteit en dit is een flinke uitdaging in de realisatie van de RES-plannen. “Willen we onze ambities realiseren, dan moeten we de mogelijkheden in onze regio slim verdelen”, zegt Greetje Bos, wethouder gemeente Breda en voorzitter van de RES in West-Brabant.
In de energieregio West-Brabant zijn in totaal zestien gemeenten vertegenwoordigd. Gezamenlijk geven zij in de concept-RES de ambitie af om in 2030 in totaal 2 terawattuur (TWh) aan duurzame energie met wind of zon op te wekken. Een groot deel hiervan is al verwezenlijkt of in een vergevorderd stadium. “Uiteraard zit in dat laatste deel de grootste uitdaging”, zegt Greetje Bos. “Sommige gemeenten zijn nu eenmaal verder dan anderen. En er is ook verschil van inzicht tussen de gemeentes om bijvoorbeeld wel of geen windmolenparken te ontwikkelen. Tussen die twee uitersten moeten we een balans zien te vinden. En daar zit ook onze kracht: we respecteren alle keuzes, maar we zoeken wel samen naar een optimale verdeling. Iedereen moet wel iets doen.”
Dat er is besloten om per regio plannen in te dienen, is niet voor niets. “Iedereen staat voor een grote opgave om ambities waar te maken uit het Klimaatakkoord, zowel kleine als grote gemeenten. Maar onze netten houden niet op bij de gemeentegrens”, zegt Christina Hoes, Strategisch Adviseur Energietransitie bij Enexis Netbeheer in de regio’s West-Brabant en Hart van Brabant. “Meerdere gemeenten en zelfs regio’s maken gebruik van dezelfde stations en bij het aansluiten van nieuwe duurzame initiatieven is het van belang dat de gemeenten daar onderling rekening mee houden. En in overleg met elkaar tot slimme keuzes komen.”
Met de groeiende schaarste op het net, is regionale samenhang belangrijker dan ooit. “Dat we onze netten de komende twintig tot dertig jaar flink moeten uitbreiden, is duidelijk. De vraag is wat je, wanneer kunt realiseren. Waarbij we maatschappelijke kosten niet uit het oog mogen verliezen. We noemen dit ‘slim programmeren’”, zegt Christina Hoes. “Dit houdt in dat je met elkaar afstemming zoekt over mogelijke realisatie van duurzame projecten en bekijkt wat je nu kunt doen en in de toekomst.” Greetje Bos bevestigt dit: “In onze regio onderzoeken we wat we nu al kunnen, zonder de netcapaciteit verder aan te tasten. Flankerend daaraan bekijken we wat verstandig is op de middellange termijn en wat maatschappelijk gezien de meest optimale investering is. Ook als we met een schuin oog kijken naar de langere termijn, na 2030.” Dit vraagt van alle gemeenten in de regio een eenduidige en gezamenlijke aanpak. “Als we lokaal aanvragen binnenkrijgen voor een duurzaam project die een aanslag betekent op het net, dan kijken we daar zeer kritisch naar en vindt er overleg plaats met de buurtgemeenten en in de RES. We hebben ons uitdrukkelijk gecommitteerd dat wij het gesprek met elkaar voeren voordat we daar als individuele bestuurder lokaal aanspraak op maken en een vergunning afgeven.”
Een voorbeeld is een duurzame initiatief van Rijkswaterstaat. “Rijkswaterstaat kwam met een voorstel een zonneweide te realiseren op een van hun vrijstaande stukken grond in Moerdijk of Breda. Dan bespreek ik dit mijn collega wethouder en geef aan dat ik het alleen toesta als het geen impact heeft op de netcapaciteit. Doet het dat wel, dan wordt het een bespreekpunt in de regio. Dit betekent overigens niet dat we zomaar nee zeggen. We denken mee over wat wél mogelijk is. Zoals bijvoorbeeld een samenwerking met het warmtebedrijf waarbij de zonne-energie wordt ingezet voor warmte, zodat het geen impact heeft op het net.”
De rol van de lokale overheid is dan ook regie te voeren op het wel of niet vergunnen van duurzame initiatieven. De netbeheerder draagt hieraan bij door inzicht te geven in wat qua netcapaciteit wel of niet kan. “Ik pleit dan ook voor een meer proactieve rol van de netbeheerder”, zegt Greetje Bos. “Waar de netbeheerders nu verplicht zijn de aansluitingen die worden aangevraagd te realiseren, is het efficiënter als bij een aanvraag directe communicatie tussen netbeheerder, initiatiefnemer en gemeenten op gang wordt gebracht. In goed overleg wordt de haalbaarheid van aanvragen bepaald, zonder dat die welllicht onterecht beslag leggen op de netcapaciteit. Je ziet die beweging wel steeds meer op gang komen en het ondersteunt ons enorm in het realiseren van onze ambities.”
De RES-plannen overstijgen de lokale gemeenschap en het advies is dan ook op die manier te acteren. “West-Brabant is niet de enige regio waar schaarste problemen optreden. Hoe dan ook is het goed hierbij op regionale schaal te opereren”, vervolgt Christina Hoes. Nauwe samenwerking tussen de verschillende partijen is cruciaal om tot optimale oplossingen te komen. Dit zorgt voor betere en meer integrale afwegingen en uiteindelijke betere besluitvorming.”
Benieuwd naar de andere interviews over de RES? Bekijk hier het overzicht.