Over tien jaar ziet jouw huis er misschien wel heel anders uit. Dan heb je een wasmachine die zelf bepaalt wanneer hij de was doet. Of een dak vol met zonnepanelen. Of je rijdt in een elektrische auto die je ‘tankt’ met een stekker in je eigen stopcontact. En misschien heeft jouw huis nu al een of meer van deze opties. In dit hoofdstuk ontdek je wat er de komende jaren en zelfs nu al allemaal mogelijk is.
We kunnen niet zonder stroom en gas. Maar onze aardgasvoorraad raakt ooit op. En ook van andere brandstoffen die we gebruiken om stroom te maken (steenkool en olie bijvoorbeeld), is er steeds minder. Daarom bedenken we nieuwe manieren om stroom en gas te maken. Manieren die – en dat is heel prettig – ook nog eens veel beter zijn voor het milieu.
Thuis energie makenSteeds meer mensen maken hun eigen stroom. Met een kleine windturbine bijvoorbeeld. Of met zonnecellen op het dak. Handig: want dan is je energierekening stukken lager. Maak je méér stroom dan je gebruikt? Dan kun je je auto opladen. Of je geeft het terug aan het netwerk, zodat je buren het kunnen gebruiken. |
Warmte bewarenAls je doucht, spoelt bijna driekwart van de warmte die je gebruikt gewoon het doucheputje in. Zonde: want het opwarmen van water kost veel energie. Daarom hebben ze de warmtewisselaar bedacht. Die gebruikt de warmte van gebruikt douchewater om je nieuwe douchewater warm te maken. En het vieze water, dat gaat natuurlijk gewoon het riool in! |
Zuinig aan!Wist je dat nieuwe apparaten steeds minder stroom gebruiken? Een koelkast gebruikt bijvoorbeeld maar een derde van wat zo’n apparaat 25 jaar geleden nodig had. Maar we gebruiken wel veel méér apparaten in onze huizen dan 25 jaar geleden. Denk dus eerst na of je een nieuw apparaat écht nodig hebt, vóór je het aanschaft. Trouwens: we gebruiken met zijn allen ook steeds minder gas. De reden? Huizen zijn steeds beter geïsoleerd, zodat de verwarming niet zo hoog hoeft te staan. En er zijn zelfs al huizen die op een andere manier verwarmd worden en geen gas nodig hebben. |
Momenteel wordt er veel getest met het opslaan van stroom, maar de meeste van ons hebben die optie niet en kunnen te veel opgewekte stroom van bijvoorbeeld zonnepanelen niet bewaren. Daarom is het slim om apparaten aan te zetten op een moment dat veel stroom gemaakt, maar weinig gebruikt wordt. Je wasmachine bijvoorbeeld. Een slimme wasmachine kan met de computer van je thuisnetwerk ‘praten’ om het perfecte moment te kiezen om te wassen. Bijvoorbeeld als er op een zonnig moment heel veel stroom gemaakt wordt met de zonnepanelen op je dak.
Ook je elektriciteits- en gasmeter worden steeds slimmer. Deze meters kunnen de meterstanden doorgeven aan het energiebedrijf dat de stroom en het gas levert. Je hoeft dan nooit meer zélf de meterstanden af te lezen.
Je hoort ze bijna niet, want ze zijn erg stil. Maar je zíet ze steeds vaker rondrijden: elektrische auto’s. Die tank je gewoon thuis, met een verlengsnoer naar je stopcontact. En op sommige plekken langs de snelweg zijn grote laadstations gemaakt, waar je je auto snel even op kunt laden. Op een schermpje kun je precies zien hoeveel stroom je auto gebruikt. Dat scheelt een boel uitlaatgassen!