Stroom en gas hebben al een hele reis achter de rug als je ze thuis gebruikt. In dit hoofdstuk ontdek je wat er allemaal bij komt kijken om stroom en gas naar jouw huis te vervoeren. En wat je wél en niet kunt zien van het netwerk waarmee energiebedrijven dat doen.
De stroom uit je stopcontact heeft een spanning van 230 Volt. De meeste apparaten in je huis werken op 230 Volt, tenzij ze een adapter hebben die de 230 Volt omzet in een lagere spanning. Bijvoorbeeld voor je telefoon, die vaak op 5 Volt werkt.
Het gas dat uit je gasfornuis of cv-ketel komt, staat onder lichte druk. Daarom ‘duwt’ het gasnetwerk het gas er automatisch uit als je de gaskraan open zet.
Alle stopcontacten in je huis zijn aangesloten op de meterkast. Vaak zit die in de gang: ga maar eens kijken. In de meterkast zit ook de elektriciteitsmeter. Hierop zie je hoeveel stroom je gebruikt in het hele huis. Er zijn een boel verschillende soorten meters. Sommige hebben zelfs twee tellers, die bijhouden hoeveel stroom je overdag en ’s nachts gebruikt hebt. Nachtstroom is namelijk goedkoper. Ook zitten in de meterkast stoppen en een aardlekschakelaar. Dat zijn beveiligingen die de stroom automatisch uitschakelen als er ergens in huis kortsluiting is.
Alle op gas werkende apparaten in je huis zijn aangesloten op de gasmeter. Die geeft aan hoeveel gas je gebruikt. De gasmeter zit bij de plek waar je huis is aangesloten op het gasnetwerk. Vaak is dat in de kelder, of in de meterkast.
De ondergrondse elektriciteitskabels komen uit bij kleine grijze kastjes die overal in je wijk staan. Alleen monteurs kunnen deze elektriciteitskastjes openen. Voor onderhoud bijvoorbeeld.
De gasleidingen uit de huizen komen samen in een compressorstation. Elke wijk heeft er eentje. Alle compressorstations in Nederland zijn aangesloten op het ondergrondse transportnetwerk van de Gasunie.
De kabels die uit de elektriciteitskastjes komen, gaan naar een station, bijvoorbeeld een transformatorstation. Dit soort stations verbindt het laagspanningsnetwerk van een woonwijk met het middenspanningsnetwerk. Dat middenspanningsnetwerk is op zijn beurt met hoogspanningstations aangesloten op hoogspanningsleidingen.
Hoogspanningsleidingen zijn de ‘snelwegen’ van het elektriciteitsnetwerk. Soms staat hier wel 380.000 Volt op: als je goed luistert, hoor je ze knetteren. Deze ‘snelwegen’ brengen de stroom van de energiecentrale naar de verdeelstations.
De monteurs van Enexis Netbeheer doen elke dag onderhoud en reparaties aan het stroom- en gasnetwerk. Misschien heb je ze wel eens zien rijden: elke monteur heeft zijn eigen bus.
Alle huizen in je straat, en die van andere straten, zijn aangesloten op een groot netwerk van ondergrondse gasleidingen. Die liggen door heel Nederland. Je kunt ze vaak herkennen aan hun gele kleur. Alleen oudere leidingen hebben een andere kleur (grijs), omdat ze niet van plastic maar van gietijzer gemaakt zijn. Enexis Netbeheer en andere netbeheerders in ons land gaan al deze oude buizen de komende jaren vervangen.
Alle meterkasten in je straat, en die van andere straten, zijn aangesloten op ondergrondse elektriciteitskabels. Die kabels noem je het laagspanningsnetwerk. Ze liggen door heel Nederland.