In 2030 moet de CO2-uitstoot in Nederland zijn teruggebracht met 49% ten opzichte van 1990. Dit streven staat in de Klimaatwet. En hoe Nederland dit doel wil behalen, staat in het Klimaatakkoord waarvan de hoofdlijnen op 10 juli 2018 zijn gepubliceerd.
Het gebruik van fossiele energie zoals kolen en aardgas zal de komende jaren dus sterk dalen. Van groot belang is het besparen en vergroenen van energie. Denk aan het verduurzamen van woningen, opening van zonneparken en de toename van windparken op zee.
De afspraken in het klimaatakkoord zorgen voor andere belasting van ons net. Daarom ligt er voor ons een belangrijke uitdaging om de elektriciteitsvoorziening te verslimmen, door vraag en aanbod beter op elkaar aan te sluiten. En waar nodig tijdig uit te breiden om alle toekomstige zon- en windenergie te kunnen transporteren. Dit brengt extra werk met zich mee, daarom zijn we op zoek naar nieuwe medewerkers, maar de beschikbaarheid van opgeleide technici en ICT’ers is een uitdaging voor de gehele markt.
Als we in 2030 willen komen tot een flinke CO2 besparing in de gebouwde omgeving moeten we niet focussen op het aantal woningen dat van het gas af gaat, maar op de daadwerkelijke CO2 reductie van alle woningen tezamen.
Wijk voor wijk kijken we met gemeenten naar oplossingen. Voor nieuwbouw of huizen gebouwd na 2010 is all-electric geschikt. En in stedelijk gebied met hoogbouw is een warmtenet vaak een serieus alternatief. Voor alle andere woningen waar op korte termijn geen andere warmteoplossing beschikbaar is, faseren we het gasnetwerk niet uit. In plaats daarvan maken we liever de slag naar hybride warmtepompen om de warmtevraag te verduurzamen, die gebruik maken van zowel elektriciteit als (duurzaam) gas.
In het toekomstige energiesysteem is een belangrijke plek weggelegd voor duurzame gassen zoals groen gas en waterstofgas. Tot het moment dat voldoende duurzame gassen beschikbaar zijn, is aardgas nodig.
Om de energievoorziening betaalbaar te houden moeten onnodige investeringen en afschrijvingen in de energienetten voorkomen worden. De bestaande infrastructuur speelt een sleutelrol in de transitie en is relatief eenvoudig geschikt te maken voor ‘groene moleculen’ zoals groen gas en groene waterstofgas. Om de energietransitie samen een stap verder te helpen en kansen te benutten vormen de gemeentelijke en regionale energieplannen belangrijke input voor onze investeringsagenda voor de komende jaren.
De gemeenten voeren regie op de lokale energietransitie en wij ondersteunen hen in deze opgave. Aan de hand van een wijkgerichte aanpak zorgen de gemeenten voor draagvlak onder burgers en kunnen we samen de energietransitie een stap verder brengen.