Vandaag start in Heeten (Overijssel) de eerste Nederlandse pilot om een lokale en duurzame energiemarkt op te zetten. Deze proef, ‘Gridflex’, is erop gericht om de energie zoveel mogelijk daar te gebruiken waar deze ook opgewekt is, dus in de woning zelf, bij de buurman of in de wijk. Het opzetten van een lokale energiemarkt is mogelijk doordat energiecoöperatie Endona vanuit de experimenteerregeling een ontheffing van de Elektriciteitswet heeft verkregen. Doordat de energie zoveel mogelijk lokaal opgeslagen, verhandeld en gebruikt wordt, hoeft deze niet ingekocht te worden. Daardoor worden de kosten voor energie in de wijk verrekend. Het doel is om tot een businesscase te komen, die schaalbaar en toepasbaar is voor de toekomst. De proef loopt tot eind 2019.
Om de met zonnepanelen opgewekte energie op te slaan, wordt gebruik gemaakt van 25 zoutbatterijen. Deze worden geplaatst bij de deelnemers, ongeacht of ze zelf zonnepanelen hebben. Hierdoor is het mogelijk dat de door de buurman teveel opgewekte energie bij jou in de batterij opgeslagen wordt en op een later moment weer gebruikt kan worden. Door het bij elkaar brengen van vraag en aanbod wordt lokaal energiegebruik optimaal gestimuleerd en wordt het elektriciteitsnet van de netbeheerder niet extra belast. Met het lokaal balanceren van opgewekte en verbruikte energie, variabele tarieven en opslag wordt met de inwoners van Heeten een nieuw verdienmodel ontwikkeld.
Om inzicht te krijgen in de hoeveelheid opgewekte energie, het energieverbruik en de beschikbare energie in de batterij, worden bij de deelnemers een Energie Management Systeem (EMS) opgehangen. Daarnaast zorgt het EMS dat de batterij aangestuurd wordt. Via een app kan de bewoner zijn eigen woning volgen waardoor hij zich bewust wordt en inzicht krijgt in het energiegebruik. Uiteraard houdt de bewoner altijd de regie over het systeem
Een belangrijk kenmerk van het Gridflexproject is de buurtinspanning. Waar energiebesparing normaliter een individuele inspanning is, gebeurt het hier met de straat, wijk of buurt. De pilot moet uitwijzen welke invloed deze gezamenlijke aanpak heeft op gedragsverandering bij de deelnemers. De verwachting is dat door gezamenlijk aan energiebesparing te werken, er creatiever en bewuster met energie om gegaan wordt.
Bij de pilot zijn diverse partijen betrokken: Enexis Netbeheer, Energiecoöperatie Endona, Enpuls, Universiteit Twente, Escozon, ICT Automatisering, DrTen en Buurkracht. Op de website gridflex.nl zijn de rollen van deze partijen nader toegelicht.
In de pilot ‘Gridflex Heeten’ heeft tussen het laatste bericht uit 2017 en begin 2019 een aantal belangrijke ontwikkelingen plaatsgevonden. Het afgelopen jaar is een zogenaamde ‘0’-meting gedaan, zodat er vastgesteld kan worden wat het huidige energieverbruik van de wijk is. Op basis van deze meting kan uiteindelijk de impact van de pilot bepaald worden.
Voordat de eerste zoutbatterijen in huis geplaatst konden worden, is deze door DNVGL getest op veiligheid. Nadat ze goedgekeurd zijn, hebben in december 2017 de eerste 2 bewoners een batterij van DrTen in huis gekregen. Het doel hiervan was om de hele keten van de pilot te testen; de werking van de batterij, het aansturen van de EMS en de communicatie en opslag in de cloud via het internet, zodat de Universiteit Twente het juiste algoritme kan berekenen voor het aansturen van de batterij.
De buurtinspanning is belangrijk onderdeel van de Gridflexpilot. Daarom is er ook veel aandacht geweest voor het sociale aspect in de pilot. Het buurtteam is 3 keer bij elkaar geweest, waarbij ze de uitleg hebben gekregen over energiebesparing en het gebruik van de EMS en de app.
Sinds januari 2018 worden de batterijen geplaatst bij de 47 deelnemende huishoudens van deze pilot. Op dit moment zijn alle woningen voorzien van een EMS-systeem en zijn er 3 woningen voorzien van een batterij. Dat aantal neemt de komende maanden toe. Daarnaast zijn er 25 woningen voorzien van een EMS-systemen. Hier worden geen batterijen geplaatst. Deze woningen dienen als referentiegroep. De pilot loopt tot eind 2019.