Voor het eerst is in Nederland de reservecapaciteit (‘vluchtstrook’) van het hoogspanningsnet in gebruik genomen. Gedeputeerde Tjisse Stelpstra en wethouder Rene van der Weide openden vanmiddag in het hoog- en middenspanningsstation Emmen-Weerdinge de ‘vluchtstrook’ met een symbolische druk op de knop. Bij het station in de gemeente Emmen zijn technische aanpassingen gedaan, zodat een zonnepark en een gecombineerd wind- en zonnepark veilig gebruik kunnen gaan maken van deze vluchtstrook. De vluchtstrook moet de komende jaren op veel meer plaatsen in Nederland extra ruimte bieden voor klanten die elektriciteit willen invoeden in het net.
Het wordt steeds drukker op het elektriciteitsnet. Met name de groei van het aantal zonneparken zorgt ervoor dat er een stijgende vraag is naar extra capaciteit. De infrastructuur wordt hiervoor de komende jaren flink uitgebreid. Deze uitbreidingen kosten echter tijd en geld. Daarom hebben de netbeheerders het initiatief genomen om de reservecapaciteit van het elektriciteitsnet in te zetten voor het aansluiten van duurzame opwekkers. Deze vluchtstrook op het hoogspanningsnet wordt het merendeel van de tijd niet gebruikt. Begin vorig jaar is de wet- en regelgeving op verzoek van de netbeheerders zodanig aangepast, dat netbeheerders de reservecapaciteit mogen gebruiken voor het transport van duurzaam opgewekte elektriciteit.
Enexis Netbeheer gaat zoveel mogelijk nieuwe én bestaande klanten die alleen energie opwekken op de reservecapaciteit aansluiten. Het volgende HS/MS station waar de vluchtstrook toegepast gaat worden staat in Coevorden, eveneens in Drenthe. TenneT verwacht dat door de reservecapaciteit in te zetten er landelijk uiteindelijk in totaal 2000 megawatt (MW) aan extra capaciteit beschikbaar komt, vergelijkbaar met ongeveer 6 miljoen zonnepanelen (bij een gemiddelde van 350 WP per paneel) of zo’n 400 windturbines (bij een gemiddelde van 4,5 MW tot 5 MW per turbine).
De afgelopen jaren is er jaarlijks een verdubbeling geweest van het aangesloten duurzame productievermogen aan zonne- en windenergie dat is aangesloten op onze netten. Daarom blijft - naast de capaciteitswinst door het gebruik van de vluchtstrook - ook de verdere uitbreiding van het net onverminderd nodig, omdat de groei aan zon- en windvermogen de komende tijd verder versnelt.
TenneT en Enexis Netbeheer investeren samen al fors in de uitbreiding van de netcapaciteit in Noordoost Nederland. In de provincie Drenthe komen er tot aan 2030 in totaal 3 nieuwe hoogspanningsstations bij en worden 10 stations fors uitgebreid. Alleen al in 2022 besteedt Enexis Netbeheer 114 miljoen euro aan het energienet in de provincie Drenthe, waarvan 90 miljoen euro aan het elektriciteitsnetwerk. Voor het hele werkgebied van Enexis zijn de uitgaven aan het energienet dit jaar voor het eerst meer dan een miljard euro. TenneT investeert in de regio de komende 10 jaar circa een half miljard euro.
Het hoogspanningsgedeelte van ons elektriciteitsnet is redundant aangelegd. Dat betekent dat er overal reserveverbindingen liggen. Deze reservecapaciteit is bedoeld om te voorkomen dat, wanneer een netcomponent defect raakt, de stroom bij klanten uitvalt. Zo kunnen we ook in geval van een storing of geplande werkzaamheden zoals onderhoud altijd energie blijven leveren. Je kunt de reservecapaciteit dus zien als een vluchtstrook die je alleen mag gebruiken als er een ongeluk is gebeurd op de hoofdrijbaan. Het grootste deel van de tijd wordt de vluchtstrook echter niet gebruikt. Zo werkt het ook bij het energienet. Omdat de vraag naar transportcapaciteit nu zo groot is, mogen netbeheerders de reservecapaciteit, die bijna nooit gebruikt wordt, toewijzen aan opwekkers. De vluchtstrook wordt dus als het ware een spitstrook. Met de nieuwe regels blijft de betrouwbaarheid voor afnemers van elektriciteit ongewijzigd. Is er een storing? Dan kan het voorkomen dat de klanten die alleen stroom opwekken, tijdelijk hun productie moeten staken om ruimte te maken. De reservecapaciteit is op dat moment nodig om de uitval door uitgevallen netdelen op te vangen zodat de elektriciteitsvoorziening van verbruikers (afnemers van elektriciteit) blijft functioneren.