Het is haalbaar om alle duurzaam opgewekte energie van een woonwijk lokaal op te slaan en te verbruiken. Maar op dit moment is het gebruik van een thuis- of buurtbatterij om elektriciteit in op te slaan nog niet rendabel. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van de pilot GridFlex in Heeten. Hierin is gekeken of een hele wijk zelfvoorzienend kan zijn als het gaat om opwek en verbruik van elektriciteit.
De GridFlex-pilot startte in 2017 en duurde in totaal meer dan drie jaar. Alle 49 huishoudens van de nieuwe wijk Veldegge in Heeten (Overijssel) deden eraan mee. Deze huishoudens werden gestimuleerd om opgewekte en opgeslagen elektriciteit van de wijk op een gunstig moment te gebruiken. Hier werden verschillende middelen voor ingezet: een energiemanagementsysteem, twee energietariefsystemen, een speciale app, zonnepanelen en batterijen bij de bewoners in huis. Hiervoor werden onder andere innovatieve en duurzame zeezoutbatterijen geplaatst.
De pilot kon rekenen op steun van de buurt. Alle buurtbewoners wilden meedoen aan het project. Loeck Tomassen van Energiecoöperatie Endona: “Betrokken burgers zijn net zo belangrijk als technologische innovaties. We hebben hierin gedurende de hele pilot intensief opgetrokken met buurtbewoners. De persoonlijke aanpak was hierin erg belangrijk.”
GridFlex levert belangrijke inzichten op met het oog op de energietransitie. Michiel van Dam, innovatiemanager van Enexis Netbeheer: “De ‘nul op de wijktrafo’ – de wijkvariant van ‘nul op de meter’ – haalden we helaas niet. Het systeem bleek wel een mooie manier om de (enorme) pieken in het energieverbruik af te vlakken. En dat is precies waar wij als netbeheerder graag meer inzicht in willen krijgen. Als inwoners van een wijk gezamenlijk kunnen zorgen voor een beter gespreide belasting op het energienet, dan is een kostbare verzwaring van het elektriciteitsnet op verschillende plaatsen waarschijnlijk minder hard nodig.”
Tijdens de pilot werden twee tariefsystemen getest. Bij het eerste systeem waren de transportkosten van de elektriciteit voor de deelnemers afhankelijk van de elektriciteitsvraag op het net. De kosten stegen en daalden als ook de vraag naar elektriciteit veranderde. Om dit mogelijk te maken kreeg de pilot een ontheffing van de overheid. Bij het tweede prijssysteem werden de deelnemers gestimuleerd om de energie van hun zonnepanelen te delen. Het verschil in aankoop- en verkoopprijs van de energie werd toegerekend aan de opwekker (50%) en de afnemer (50%). Deze berekenmethode was voor beide partijen gunstiger dan het terugleveren of afnemen van energie van het energienet. Belangrijke randvoorwaarde bij beide tariefsystemen was dat de totale kosten voor de gebruikers nooit hoger zouden zijn dan de reguliere kosten.
Victor Reijnders, onderzoeker aan de Universiteit Twente, bedacht de rekenmethode en onderzocht de resultaten van de pilot: “Het eerste systeem werkte het beste bij het afvlakken van pieken. Het tweede bleek het meest efficiënt om de lokaal opgewekte energie binnen de wijk te houden. Voor de toekomst lijkt het dus slim om te zoeken naar een combinatie van beide.” Van Dam merkt daarbij op: “De tariefproposities werkten, maar we konden alleen sturen op de transportvergoeding. Dat bleek tijdens de pilot te beperkt. We moeten daar dus nog een oplossing voor vinden.”
De grootste technische barrière die overwonnen moest worden was de aansturing van de zeezoutbatterijen. Van Dam: “De integratie van de compleet nieuwe en milieuvriendelijke zeezoutbatterijen in een energiemanagementsysteem bleek een heikel punt.” De inzet van batterijen kan volgens de pilotpartners veel verschil maken bij het terugdringen van elektriciteitspieken. Maar de winst die ermee te behalen is, is momenteel nog te klein om de aanschafwaarde terug te verdienen. Dit wordt anders als de salderingsregeling wordt afgeschaft en mogelijk ook als er een ander tarievenstelsel komt.
Deelnemers aan GridFlex |
Aan de GridFlex-pilot namen de volgende partijen deel: Enexis Netbeheer, Energie Coöperatie Endona, Universiteit Twente, bewoners in beweging krijgen met stichting Buurkracht, specialist in energieproduct- en procesinnovaties Dr Ten, ontwikkelaar van de app ICT Group, ondernemerscoöperatie Escozon en energietransitieversneller Enpuls. Het pilotprogramma werd uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland met subsidie van het Ministerie van Economische Zaken, Regeling Nationale EZ-subsidies en Topsector Energiesubsidie. |